Proefdieren in nederland

10,6% minder dierproeven in 2013

In 1978 werden dierproeven in Nederland voor het eerst geregistreerd.
Er werden in dat jaar 1.572.534 proeven gedaan.
Sindsdien is het aantal dierproeven jaarlijks gedaald. Met uitzondering van 2009.
In 2010 is het aantal dierproeven weer verder afgenomen (3%).
Dit komt doordat minder proeven met ratten zijn gedaan.
Met genetisch gemodificeerde dieren werden in 2010 juist meer proeven uitgevoerd (9,7%). 
In 2011 zijn in totaal 589.853 dierproeven gedaan.
Dit zijn 14.575 dierproeven meer dan in 2010. Deze stijging van 2,5% komt omdat in 2011 specifiek onderzoek is gedaan naar vogelgriep en de geur van mannetjesvarkens (beren).
In 2012 zijn 589.056 dierproeven uitgevoerd. Dit zijn er 797 (0,1%) minder dan in 2011.
Het aantal dierproeven in 2013 bedroeg 526.593. Dit zijn 62.463 dierproeven (10,6%) minder dan in 2012.

1 proefdier = 1 dierproef

Ieder proefdier dat gebruikt wordt voor onderzoek telt als één proef.
Eén onderzoek met dertig proefdieren tellen we dus als dertig dierproeven.

Het aantal dierproeven komt dan ook sterk overeen met het aantal proefdieren. 

In 2013 zijn 6.082 dieren hergebruikt voor 9.412 dierproeven. 
Dit betekent dat 517.181 proefdieren zijn gebruikt voor 526.593 dierproeven.

Het verschil zit in het feit dat een aantal dieren wordt hergebruikt: zij worden ingezet voor meerdere onderzoeken of practica in het onderwijs aan professionals.

 

Meest gebruikte proefdieren
In 2011 zijn proeven gedaan met 581.776 proefdieren.
De top 3 van de meest gebruikte dieren is:

- Muizen (48,4%) 281.579,584 

- Ratten (19,5%) 29.834,666

-  Kippen (13%) 75.630,88

- Overig